Tegen polarisatie

Tegen polarisatie

Tegen het botsen van meningen kun je niets hebben. Zelf ga ik de confrontatie ook niet uit de weg. Waar ik het nu over wil hebben is polarisatie, het uit elkaar spelen en tegen elkaar opzetten van tegenstanders.

Ik erger me al een tijd aan de manier waarop op Twitter de ander wordt weggezet, gekleineerd en ook vaak in de verkeerde hoek geplaatst. Niet alleen is dat vaak irritant, het gesprek wordt doodgeslagen en de broodnodige samenwerking en begrip worden gefrustreerd.

Om het wat concreter te maken (en te illustreren met mijn eigen standpunten):

  • Zogenaamde policor-standpunten (dwz. politiek correct, lang heb ik gedacht dat die mensen voor een poly-color bevolking waren) worden gekoppeld aan links. Ik ben m’n hele leven al links, maar hier herken ik me niet in. Wel geef ik zo langzamerhand toe dat dit soort standpunten vaak leven bij de linkse partijen (maar ook bij CDA, PvdA en D66), maar “links” is voor mij sociaal, met oog voor de ander en het kwetsbare.

  • Deze mensen worden geframed als “Gutmensch”. Op zich: wat zou daar tegen kunnen zijn? Maar “gut” is ook naïef, wereldvreemd en veel te tolerant voor de islam. Op deze manier speel je wel potentiële medestanders uit elkaar. Het redden en helpen van de medemens in nood is gewoon goed, en mensen die hier eenmaal zijn moeten zich snel thuis kunnen voelen en daarvoor zeker niet aangewezen zijn op hun “eigen” groep met vaak isolationistische intenties.
    Daarentegen kan het helpen van te grote groepen medemensen een samenleving ontwrichten, zeker als dat zonder enig plan, controle, selectie of toekomstperspectief gebeurt. En het binnenhalen van nog meer van een kwaadaardige en integratievijandige islam (in mijn ogen als instituut meer een criminele organisatie dan een religie) doet alle alarmbellen afgaan.

  • Aan de andere kant worden de “nicht-gut”-menschen weggezet als tokkies, fascisten, Wilders aanhangers, islamofoben, rechts en xenofoob. Zoals ik al zei, ik ben links, maar ik ben een hartstochtelijke fan van Hirsi Ali, smul op Twitter van de bijdragen van Annabel Nanninga en Maja Mischke (ze kennen me niet, deze liefdesverklaring is dus eenrichtingsverkeer) en vind religie een gevaarlijke uiting van onbenul, om maar niet te spreken van de echt kwaadaardige uitwassen als islam en scientology. En zit dus ook weer vaak in dit kamp.

Tot hier waren het ergernissen, maar het is ook gevaarlijk en disfunctioneel. Natuurlijk bestaan de extreme engerds, maar de meeste mensen zullen toch ergens in het genuanceerde midden zweven.

Dit weekend was ik aanwezig bij de pegida-demonstratie, die belaagd werd door mijn SP-vrienden (weliswaar stond ik veilig aan de Amstel tegenover het stadhuis). Vlak bij me werden leuzen als “Nazi’s raus” gescandeerd, en ik stond onder een spandoek dat tegen Pegida, Wilders, xenofobie en fascisme was, alle vluchtelingen welkom heette, niemand was illegaal en de wereld van iedereen (paar spandoeken en leuzen samengeveegd). De leuzen kwamen van ongetwijfeld lieve types voor verdraagzaamheid die de wereld wilden vrijwaren van het grote kwaad. De radicalere versie hiervan waren de “antifa”.

Ik wil hier een tweet en een filmpje citeren die mijn zorgen illustreren (weer zonder hun medeweten)
Eén tweet:

  • Ik word zo langzamerhand ontzettend moe van het verbaal geweld van populistisch rechts én van het verongelijkt gejengel van zgn links.

Het antwoord daarop van een ander:

  • Juiste conclusie. Ik was bij anti-Pegidademonstratie en na afloop bleek overeenkomst tussen extreem rechts en links.

Wat ik ook indrukwekkend vond was een filmpje met een gesprek tussen twee tegenstanders op de Blauwbrug (ik kan het niet meer vinden). Beide mannen wisselden serieus van mening waarbij de ene ongeveer zei dat de islam ook een plaats in Nederland verdiende, en de ander (pegida-kamp?) het over de vrijheid en openheid van Nederland voor zijn kinderen had. Heel indrukwekkend onder die omstandigheden.

Wat ik maar wil zeggen: in beide kampen zijn ook welwillende mensen, en de kampen zullen ook overlappen. Soms zit je in het “hulp en medelijden” kamp (mogelijk gewoon praktisch omdat het de enige kans op echte integratie biedt als ze hier toch zijn) en soms in het “angst voor onze vrije samenleving” kamp (of kampen met andere nadruk). We moeten standpunten uitwisselen en op overeenkomsten samenwerken. Echte klootzakken zitten op de extremen in beide kampen, in het midden moeten we soms mensen helpen en soms grenzen stellen, en over de praktische uitwerking democratisch in de clinch.